Afgefikt
Luuk Koelman (@luuk64) zei het al in een van zijn columns:”De waarheid is: je bestaan affakkelen, dat doe je zelf. Met al die brandende ambities. Maar hé, daarom heet het ook een burn-out.” En daar slaat hij de spijker op de welbekende kop.
Ja-knikker
Jaren lang heb ik overal volmondig ‘ja’ tegen gezegd. Ik was het tegenovergestelde van een peuter in de nee-fase, want ik wilde graag iets bereiken in mijn carrière. Ik leefde voor complimenten van mijn toenmalige manager, en achteraf snap ik het niet, want zij was nooit zo complimenteus, en het kòn in haar ogen eigenlijk altijd beter. Dus wat deed ik: nog harder- en langer werken om maar in de genade te komen. Terwijl ik eigenlijk ook wel wist dat dat nooit ging gebeuren.
Tot ik mezelf voorbij gerend ben. En dat is wat er gebeurt: je bent zo veel van jezelf aan het geven, dat je eigenlijk niet meer af kàn remmen. Ieder te vol bordje is het nieuwe normaal. En dan krijg je de rekening gepresenteerd. Met een vuistslag. In je bakkes. En dan gaat het licht uit.
Aaah joh!
Ik dacht als manager altijd heel luchtig over overspanning, overwerkt zijn en ja, zelfs over een burn-out. “Je neemt gewoon even een paar dagen vrij, denkt aan leuke dingen, of gaat er even tussenuit, en dan zal je zien dat het snel weer beter gaat!”
Nou nee. Dat werkt dus niet zo. Maar je moet het eerst hebben ervaren voor je er over kan praten.
Ik ben acht maanden uit de running geweest. En dat waren acht loodzware maanden. Maanden waarin ik het kaarsje wat was uitgeblazen, opnieuw aan moest steken. Want dat is het. Je bent opgebrand. Tot aan je veters! En omdat je bent afgefikt, moet je ook weer opnieuw worden opgebouwd, en dat begint met accepteren dat je er doorheen zit. En dat is misschien wel het lastigst, want er is toch immers niks aan de hand?
Janken om niks
De symptomen van een burn-out waren allemaal aanwezig; ongelofelijk moe zijn (ik sliep met gemak 14 uur per dag), een extreem kort lontje hebben, en ontploffen om werkelijk niks, en echt: janken om van alles. Kwam de reclame voorbij van page, je weet wel, met die puppies, ja hoor- daar kwamen die waterlanders weer. Het was duidelijk: ik had hulp nodig.
Mijn burn-out heeft er voor gezorgd dat ik mijn grenzen heb leren aangeven. En ik zeg veel vaker nee dan voorheen. Uiteindelijk heb ik ontslag genomen bij mijn toenmalige werkgever, want niet alleen ik was veranderd, maar het bedrijf ook. We pasten gewoon niet meer bij elkaar.
De nieuwe ik
Dankzij de hulp van de psycholoog en de psychosomatisch fysiotherapeut ben ik er enigszins bovenop gekomen, maar de oude ik is er niet meer. Ik ben veranderd. Heb meer van me af leren bijten en heb mijn grenzen voor mezelf afgezet, want één ding weet ik zeker, dit nooit meer.