persoonlijk

Dag, meneer Foppe
Dag, meneer Foppe 600 400 Toni

Dag, meneer Foppe

Iedereen uit mijn generatie weet waarschijnlijk wel wie ik bedoel met meneer Foppe. Meneer Foppe was een laborant, en werd vertolkt door de vandaag overleden Wim de Bie. Hilarisch was Wim de Bie niet alleen als meneer Foppe, maar  zeker ook in alle andere rollen die hij op zijn manier vertolkte. Toch is voor mij de scene waarin meneer Foppe ‘de Vieze man’, te woord staat aan de deur nog steeds favoriet. Met zijn paas-kuikentjes…

Jacobse en van Es

Als van Es, speelde de Bie een ‘vrije jongen’, samen met Frederik Jacobse, gespeeld door van Kooten. Jacobse en van Es waren van het zwarte werk en de handeltjes. Jacobse, met zijn gelikte gladde uiterlijk was de slimme, en zoals zo vaak, speelde de Bie, de wat goeiige Tedje van Es. Van Es liet zich vaak ook voor de gek houden en gebruiken door iedereen, en misschien wel het  vaakste door Jacobse zelf.

Gekleed in een veel te strakke spijkerbroek,  een zwarte leren jas en zijn cowboylaarzen, was  van Es te vinden naast Jacobse, die een pak aanhad, met sneakers. Jacobse en van Es kwamen uit  de schilderwijk en dit was dan  ook  goed te horen, aan hun platte, typisch Haagsche accent. Het waren echte hosselaars, en het zal je dan ook niet verbazen dat ze -in hun rol- een keer of tien in de lik zijn beland aan de pompstationsweg in Scheveningen. 

Dit soort mensen zouden we vandaag de dag goed kunnen gebruiken. Ze waren zogenaamd zelfs een politieke partij gestart. De tegenpartij. Die zou nu meer dan ooit van pas komen. Op het affiche stond ‘stemp tegen’. Zou ik mooi vinden, maar uitgerekend nú is een van deze helden er niet meer.

Jemig de pemig, Mozes kriebel

Deze woorden zijn ook al niet meer weg te denken voor mensen uit mijn generatie. Dit waren de wijze woorden die met zeer grote regelmaat werden uitgebraakt door Koos Koets, een rol die fantastisch werd neergezet door Kees van Kooten.

Kees Koets was een oudere jongere die niet vies was van wat drugs zo nu en dan. 

Robbie Kerkhof, de alter ego van Wim de Bie was er ook al niet vies van. Maar ook de gesprekken tussen die twee. Fantastisch. “Hee Koos! Heb je nog zo`n methyleendioxymethamfetaminepil voor me?””Je bedoelt XTC, Rob?” “Ja! Mozes Kriebel, ik kan die naam maar niet onthouden!” 

Ik vind het mooi.

Dag, meneer Foppe

Meneer Foppe was toch verreweg mijn favoriet. En dat is toch ook zeker te danken aan de vieze man. Die twee samen waren ècht geweldig. Twee extreme tegenpolen, de vieze man was echt smerig en pervers, terwijl meneer Foppe, preuts, contactgestoord, en een enorme gêne had.

De scène waar de vieze man meneer Foppe beschuldigt van het kijken naar de borsten op een poster van H&M in een bushalte. Gewoonweg Fantastisch, maar wanneer de vieze man bij meneer Foppe aan de deur staat met paas-kuikentjes, ga ik stuk. Ik kan dit dan ook nog steeds honderd keer zien en er ook nog honderd keer om lachen.

Dag, meneer Foppe. Dag meneer de Bie. Dank je wel voor al het moois dat je met ons gedeeld hebt. 

Vlokdown
Vlokdown 600 400 Toni

Vlokdown

Waar menig Nederlander zijn plezier beleeft op de lange latten in landen als Frankrijk, Oostenrijk of Zwitserland, kijk ik deze dagen argh-wanend naar de lucht. Vorige week werd ik al geheel spontaan verrast nabij Woerden: een spontane sneeuwbui. Deze week was het aangekondigd, en wonder boven wonder hadden onze lucht-tuurders van het KNMI het een keer bij het juiste eind. Persoonlijk ga ik dan het liefst in een sneeuw-lockdown, ofwel een vlokdown, maar dat ben ik.

Koude combi

Ik heb gewoon echt een grondige grafhekel aan kou. De winter sla ik dan het liefst ook gewoon over. En nu mag ik nog niet klagen over deze winter, want die was vrij mild. Eigenlijk iets te mild, want het zou voor de plaaginsecten als muggen en wespen prima zijn geweest als we op zijn minst twee weken vorst hadden gehad. Ook al heb ik de pestpleuris aan kou, ik kan wel een weekje of twee nachtvorst hebben om plaaginsecten te ruimen.

Maar sneeuw is niet mijn ding. Àls ik dan al een gruwelijke hekel heb aan de nare combinatie van nat, koud èn glad, dan staat dat wel gelijk aan de paniek en stress die het de gemiddelde Nederlander oplevert.

Ik reis veel door het land voor mijn werk, dan hoef ik dat denk niet uit te leggen hè? Nederland gaat vol op de rem als er sneeuw valt. En dat kan je soms heel letterlijk nemen. Vlokdown

Sneeuwkinderen

Voor kinderen was het natuurlijk wel leuk als het had gesneeuwd, althans, als er een heel pak lag. Denk aan slee rijden of het maken van een sneeuwpop, of een ouderwets sneeuwballengevecht, maar de laatste keer dat er genoeg gevallen is voor zoiets is alweer jaren geleden. Ik herinner me nog hoe leuk dat was, hoewel sommige buren daar echt anders ober dachten, als ze moesten wegduiken voor mijn ijsballen vroeger.

Nu zijn sneeuwkinderen anders. Kinderen kijken nu naar buiten en posten op social media dat het sneeuwt. En dat posten ze dan massaal, alsof niemand nog naar buiten had gekeken. Kortom; je hele tijdlijn opgefokt met reels en foto’s van een tuin vol sneeuw. En niet alleen kinderen, maar ook veel volwassenen denken dat ze de eerste zijn met dit wereldschokkende nieuws. Mensen, geloof me; je bent niet de eerste, en we wisten allang dat het sneeuwde.

Vlokdown

Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd; ik vind sneeuw ook mooi om te zien. Vanaf binnen, warm bij de kachel, al is dat anno vandaag best lastig, want de verwarming aanzetten kost vandaag de dag echt serieus geld. Maar een sneeuwdek, waar nog niemand, op een paar merels en / of eksters na, doorheen heeft gelopen vind ik ook best mooi. Vroeger vond mijn hondje het ook fantastisch, en die was niet supergroot, dus als er echt een pak was gevallen, zag je alleen nog zijn staart. We hebben nu een gelijkgestemde zomer-sledehond, die ook het liefst tegen de kachel geparkeerd gaat.

Maar als er doorheen gebanjerd is, dan verandert het al snel in een grijze, gladde, gore massa. En dan is de lol er als snel vanaf, maar eerlijkheidshalve vind ik het geknisper van de sneeuw onder mijn schoenen ook al niks. Ik mag dan ook geloven dat ik in het verkeerde land geboren ben, om hier van te genieten zoals sommigen anderen dit doen.

Kunnen we niet gewoon afspreken dat het vanaf dit jaar gewoon het hele jaar rond de achtentwintig graden is? Dan mag het van mij rond kerst een weekje sneeuwen. Is dan iedereen blij? 

Dan ga ik, samen met de hond, die week wel in vlokdown. Heerlijk.

50 minuten
50 minuten 600 400 Toni

50 minuten

Vanavond, 2 maart 2023 hebben we gesport. Wanneer we uit de sportschool lopen, bedenken we ons dat we nog een paar kleine boodschapjes nodig hebben voor we naar huis gaan en draaien onze koers naar aangrenzend winkelcentrum ‘de Baronie’. En  daar treffen we een man op leeftijd aan, op de grond, met een behoorlijk bebloed gezicht. Hij was voorover geduikeld, en we wisten toen nog niet dat het 50 minuten zou duren voor hij geholpen zou worden…

Koude grond

Toen mijn vrouw en ik aankwamen, bleken er al een kleine twintig minuten mensen bij hem te zitten. Een Pools stel, een Aziatische jongen, een Marokkaanse(?) dame, een -naar achteraf gebleken- politieagente in ruste en nog een aantal mensen, hadden zich al over meneer ontfermd, en 112 was al gebeld.

Omdat het al twintig minuten geleden was, heb ik er nog een keer achteraan gebeld, vermeld dat er al eerder was gebeld, en nogmaals de plaats genoemd waar meneer lag. Er waren inmiddels bij de action dekentjes en een kussen geregeld, zodat meneer niet kouder zou liggen dan hij al lag. Strooiwagens reden inmiddels al op en af.

Kwiek en koud

Terwijl de man zijn bebloede gezicht werd gestelpt, en aan de praat werd gehouden, kwam ik er achter dat meneer nog goed bij kennis was, hij praatte veel met de dames die om hem heen zaten. Inmiddels waren we al weer tien minuten verder en lag meneer al een dik half uur op de koude grond. Meneer vertelde me dat hij uit Amsterdam kwam. Toen ik vertelde dat ik uit de Rotterdamse regio kwam, zei hij resoluut en met kracht in zijn stem:”Maar ik ben niet voor Ajax hoor!” Ik glimlachte. Alsof dat nu belangrijk was.

Ik zag dat er alweer werd gebeld en op de website van p2000 zag ik dat er inmiddels melding na melding verscheen, met verzoek om een ambulance. De term prio2 verscheen, dus er was haast achter gemaakt. Mensen liepen druk heen en weer, en mijn vrouw was al naar de rand van de weg gelopen om de ambulance af te wachten, zodat ze die kon aanhouden en geleiden naar meneer. Maar de enige zwaailichten die we zagen waren van de strooiwagens.

Slecht gekleed

Omdat wij, net als meerdere van de bezorgde omstanders, net uit de sportschool kwamen, hadden we niets meer dan dunne, strak zittende sportkleding aan. Had ik al vermeld dat er strooiwagens rondreden? Zo koud was het dus, en als wij het al koud hadden, hoe moest meneer zich dan voelen? Die lag met zijn oude lijf op de klinkers. Hij gaf inmiddels al meerdere keren aan dat hij gewoon naar huis wilde. 

Inmiddels werd er een reddingsdeken gefixt bij de action. Want de ambulance was er nog steeds niet. Meneer lag nu al meer dan veertig minuten op de grond en de omstanders werden steeds geïrriteerder. Wederom werd er -ondanks het advies om niet meer te bellen- gebeld met 112, want hoe was die leus ook alweer? Oh ja. 112, daar red je levens mee. 

50 minuten

Na 50 minuten hoorden we dan eindelijk het verlossende geluid. De ambulance kwam aanrijden. Na 50 minuten gebeurde dat, wat al dertig minuten eerder gebeurd had moeten zijn. Mijn vrouw vertelde de ambulanciers dat ze dáár moesten zijn en wees de plek aan waar iedereen steeds verontwaardigder stond te wachten.

De ambulanciers, niet de meest vriendelijkste overigens, antwoordde met een kort en chagrijnig ‘ja’, en kwamen vervolgens op ons afgelopen. Geen haast, geen versnelde tred, want hey, meneer lag daar al 50 minuten, dus daar konden prima nog een paar minuten bij. Uiteindelijk werd meneer op de brancard geholpen, en cruciale informatie die we hadden achterhaald, werden doorgegeven.

Maatschappijleer

Heel gek, maar toen meneer in de ambulance lag, bedankte iedereen elkaar, en toen besefte ik me hoe bijzonder dit eigenlijk was. Hoe volslagen vreemden, bezig waren met elkaar om deze man te helpen. Ik verwonderde me daarom. Want vanzelfsprekend is dat niet meer tegenwoordig. Alsof meneer het expres had gedaan om weer mensen bij elkaar te brengen. 

Het enige wat ik nu hoop, is dat het goed gaat met deze lieve ouwe baas. Het heeft mij iniedergeval weer een beetje hoop gegeven in de mensheid. Als we allemaal eens iets meer betrokken zouden zijn met elkaar, dan zou dat al een hele berg schelen. Ik ben trots op alle omstanders en blij dat we allemaal een verschil hebben kunnen maken vanavond.

Ik vraag me alleen nu wel af, waar we in Gods naam die zorgpremie voor betalen, en richt me nu toch echt ook naar de verzekeraars: het wordt tijd dat er minder in de eigen zakken- en meer in de zorg wordt gestoken, want vanavond heeft meer dan eens laten zien hoe belangrijk dat eigenlijk wel niet is! 

Quote van februari
De quote van Februari 600 400 Toni

De quote van Februari

De quote van februari is er een van Siddharta Gautama, die uiteindelijk transformeerde in Buddha. Ik wordt al jaren geïnspireerd door de leer van het buddhisme. Soms gaat het me beter af dan de andere keren, maar de quote van februari is:“Boosheid is het gevoel dat je mond sneller laat werken dan je hersenen.” En dat klopt. Vaak wel.

Impulsief-ish.

Ik ben van mezelf behoorlijk impulsief. Sommigen noemen dat ook wel ‘snel op de kast’. En dat heb ik altijd al gehad. Sommigen noemen dat gevat, maar ik erger me er best wel vaak aan. Ik moet reageren. En dat mijn mond sneller reageert dan mijn hersenen, dat staat vast en soms komt daar ineens iets uit, dat ik misschien anders had bedoeld in mijn hoofd, dan dat dat uit mijn mond komt.

Echte boosheid kende ik niet echt. Althans, niet tot een jaar of zes a zeven jaar geleden. Temperamentvol zijn ken ik wèl, en ook maar al te goed, maar dat zijn momenten, en dat schaar ik niet echt onder boosheid. Hoewel temperamentvol zijn ook niet altijd een zegen is.

Boos-boos

Echt boos-boos ben ik zelden. Hoewel ik op sommigen al een poosje zó boos ben, dat ik die echt nooit meer hoef te zien, en die hebben het er dan zelf ook behoorlijk naar gemaakt. Ik ga geen namen noemen, zij weten dondersgoed wie ze zijn. 

Ik ben ooit zó boos geweest, dat het ook maar goed was dat ik die personen niet aantrof in mijn woning. Een ex vriendinnetje vond het nodig om bij mij thuis, dus waar zij inwoonde, in mijn afwezigheid mijn halve inboedel mee te nemen. En de relatie was ook al niet zo lekker geëindigd; ze ging vreemd met een van mijn toenmalige, so-called friends.

Ik kan me dan ook bijzonder weinig meer herinneren van die avond.

Burn-out 

Sinds mijn burn-out heb ik sowieso een iets korter lontje dan ik ooit had. En je ziet sneller aan mij waar mijn grenzen zijn, wanneer je daar overheen dreigt te gaan. Ik vind dat best jammer, want je kon bij mij vaak ver gaan, hoewel dat soms ook best té ver ging.

Ik ben inmiddels wel zo ver, dat wanneer ik klaar ben met iets of iemand, dat ik ook ècht klaar ben. En dan kan je doen en laten wat je wil, maar dan gaat het ook niet meer goed komen. Dan lijkt het me het beste dat we ieder een kant op gaan, en vooral niet achterom kijken.

Maar soms is het ook goed om eens te zeggen wat je gevoel je ingeeft. Dat is soms ook nodig en schept in sommige situaties ook best meer duidelijkheid…

echte vrienden
Echte vrienden 600 400 Toni

Echte vrienden

🎶Rijen dik, echte vrienden…🎶 Een nummer waar Herman Brood en Henny Vrienten over zongen in 1984, heet eigenlijk ‘Als je wint’. En ik maar denken dat golddiggers iets van de laatste decennia was, maar wellicht viel het me toen nog niet echt op. Of misschien was ik gewoon wel heel erg naïef. En een golddigger, is dat eigenlijk alleen een vrouwelijk woord? Ik betwijfel dat dus.

Als laatste gekozen

Iedereen die de basisschool heeft afgemaakt, kent dit wel, en als je het niet kent, dan kon je toen waarschijnlijk ook al jokken, of was je wellicht zelf de ongelukkige: het jongetje of meisje die als laatste werd gekozen. Je hoorde er dan net niet helemaal bij, en waren diegenen die moesten kiezen, waarschijnlijk alleen maar bezig met winnen.

Nee. Ze waren gewoon alleen niet op de hoogte van de superkrachten van de loner. Wie weet was die wel heel goed in iets anders. Maar op latere leeftijd, kon de laatst gekozen waarschijnlijk wel het huiswerk maken van de kiezer. Dat dan weer wel. Want als je wint, heb je vrienden, rijen dik, echte vrienden, precies zoals in het liedje.

Echte vrienden

Als je in je hele leven een handvol èchte vrienden hebt, is dat pure winst. En dan heb ik het uiteraard niet over de mensen die gretig gebruik maken van jouw kunstjes, of van je geld, maar vrienden die er altíjd zijn. In goede èn slechte tijden. En met vrienden bedoel ik dan zowel mannelijk als vrouwelijk.

Want dat horen vrienden te zijn. Mensen met wie je successen kan delen maar ook verdriet. Mensen op wie je terug kan vallen wanneer je dat echt nodig hebt. Alle anderen die zeggen dat ze je vriend(in) zijn en er niet zijn op moment suprême, zijn er alleen maar als ze jou nodig hebben en zijn in mijn ogen dan dus golddiggers. Punt.

Mij niet bellen

Laats had ik een verdrietige bijeenkomst; een oude vriend van me, die ik al echt in geen jaren gezien had, was helaas overleden. Ondanks dat we -buiten af en toe contact via Facebook- niet meer zo close waren als vroeger, had ik eigenlijk alleen maar goede herinneringen aan deze good guy, en leek het me niet meer dan normaal om deze vriend van vroeger, mijn respect te betuigen.

Op deze begrafenis kwam ik diverse mensen tegen van ruim 25 jaar geleden en weet je, het was alsof we elkaar onlangs nog hadden gezien. Allemaal wat ouder, maar het gevoel was nog steeds daar! 

Hoe bijzonder is dat? Nu hebben we in de zomer het plan om weer eens een biertje met elkaar  te drinken, zoals vroeger. Heel tof.

Aan de mensen die er voor mij zijn in goede en slechte tijden, en jullie weten wie jullie zijn, ik hoop nog lang van jullie te mogen genieten. En voor de mensen die zich altijd voordeden als vrienden maar dat dus niet waren, zeg ik op mijn beurt:”Mij niet bellen!”

Jeugdzorg
Jeugdzorg 600 400 Toni

Jeugdzorg

De jeugd heeft het -net als iedereen- moeilijk gehad tijdens de hele corona-malaise. Mede door niet naar school kunnen, en het niet af kunnen spreken met vrienden, collega’s en klasgenoten maakte het er allemaal ook al niet veel beter op. Zo heeft iedereen het op zijn eigen manier verwerkt, maar je zag uiteindelijk dat voornamelijk de jeugd, er aan onderdoor leek te gaan. Maar zonder een goed werkende jeugdzorg zijn er wèl degelijk jeugdzorgen.

Don’t Go for Jeugd

Ik heb twee dochters. Een van bijna negentien en een van bijna zeventien. Allebei midden in de pubertijd, en allebei behept met de naweeën van een uit de hand gelopen vechtscheiding, omdat mijn ex kennelijk niet wil accepteren dat ik wèl verder ben gegaan met mijn leven. Dat is voer voor een andere column, maar mijn dochters, die door de rechter allebei aan mij waren toegewezen, waren / zijn hier wel de dupe van.

Mijn oudste dochter heeft destijds, op 5 jarige leeftijd een hechting- en aandachtstekort stoornis opgelopen, waar nooit iets mee is gedaan. Ik wil het zeker niet alleen op mijn ex afschuiven, maar ik zag ze maar één dag in de twee weken, en dan wilde ik voornamelijk gewoon lol maken, dus was me dat niet opgevallen. Dit heeft op latere leeftijd, zo rond de pubertijd gevolgen. Dus trok ik aan de bel. We kwamen via via bij een afdeling uit van Jeugdzorg: Go for Jeugd. Maak daar maar Don’t go for Jeugd, want ze hebben niet alleen mijn dochter- maar ook ons, als ouders / verzorgers, in de kou laten staan. 

Buro Bloom

Ik ben uiteindelijk bij Buro Bloom uitgekomen via deze organisatie. Top bedrijf. Of nog beter: Tob-bedrijf. Ze kunnen het mooi ver-bloomen allemaal, maar mijn dochter werd er geen steek wijzer van en wij ook niet. Inmiddels werd de situatie thuis steeds lastiger en moeilijker, omdat mijn dochter steeds meer veranderde in een ongeleid projectiel, veelal omdat zij niet fatsoenlijk werd geholpen. En dan rest mijn vraag: waar was jeugdzorg toen zij en wij het nodig hadden?

Don’t Go for Jeugd had geen tijd, en wanneer ik belde was er nooit iemand aanwezig. Ze kampte met een ‘personeelstekort’. Bullshit. Ik ben er op een gegeven moment binnen geweest en snapte ineens waar al die subsidies naar toe waren gegaan. Was dat opgegaan aan de zeer indrukwekkende plantenbakken, of is het teloor gegaan aan al dat witte marmer? 

jeugdzorg

Omwille van het feit dat mijn oudste onmogelijk meer in de gezinssituatie kon meedraaien, en ik wèl een papa ben, maar geen psycholoog of psychiater, ging ik toch iets meer uit mijn comfort zone kijken en kwam bij een bedrijf uit, waar mijn dochter op kamer training kon. Begeleid wonen, met inmenging van het gezin, maar met de nodige hulp van vakspecialisten die heer en meester zijn in dit soort situaties.

Toen de kamer eenmaal rond was en het een kwestie van een paar dagen was, voor mijn dochter er in kon, kreeg ik, zo vlak voor kerst, te horen dat haar moeder de stekker er uitgetrokken had en dat mijn dochter weer bij haar moeder zou gaan wonen. Zonder mij en mijn vrouw daar ook maar enigszins in te betrekken, terwijl we al ruim drie jaar aan het strijden waren voor mijn dochters. 

Als de jeugd de toekomst is, en de jeugdzorg- met al haar nevenorganisaties- hun moet helpen om op te groeien, vrees ik het ergste voor de toekomst. Want zoals het er nu uitziet, strijken ze veel subsidies op, en doen daar vervolgens bitter weinig mee, en lijkt het erop dat ze zelf nooit jong zijn geweest.

Afgefikt 600 400 Toni

Afgefikt

Luuk Koelman  (@luuk64) zei het al in een van zijn columns:”De waarheid is: je bestaan affakkelen, dat doe je zelf. Met al die brandende ambities. Maar hé, daarom heet het ook een burn-out.” En daar slaat hij de spijker op de welbekende kop.

Ja-knikker

Jaren lang heb ik overal volmondig ‘ja’ tegen gezegd. Ik was het tegenovergestelde van een peuter in de nee-fase, want ik wilde graag iets bereiken in mijn carrière. Ik leefde voor complimenten van mijn toenmalige manager, en achteraf snap ik het niet, want zij was nooit zo complimenteus, en het kòn in haar ogen eigenlijk altijd beter. Dus wat deed ik: nog harder- en langer werken om maar in de genade te komen. Terwijl ik eigenlijk ook wel wist dat dat nooit ging gebeuren. 

Tot ik mezelf voorbij gerend ben. En dat is wat er gebeurt: je bent zo veel van jezelf aan het geven, dat je eigenlijk niet meer af kàn remmen. Ieder te vol bordje is het nieuwe normaal. En dan krijg je de rekening gepresenteerd. Met een vuistslag. In je bakkes. En dan gaat het licht uit. 

Aaah joh! 

Ik dacht als manager altijd heel luchtig over overspanning, overwerkt zijn en ja, zelfs over een burn-out. “Je neemt gewoon even een paar dagen vrij, denkt aan leuke dingen, of gaat er even tussenuit, en dan zal je zien dat het snel weer beter gaat!”

Nou nee. Dat werkt dus niet zo. Maar je moet het eerst hebben ervaren voor je er over kan praten. 

Ik ben acht maanden uit de running geweest. En dat waren acht loodzware maanden. Maanden waarin ik het kaarsje wat was uitgeblazen, opnieuw aan moest steken. Want dat is het. Je bent opgebrand. Tot aan je veters!  En omdat je bent afgefikt, moet je ook weer opnieuw worden opgebouwd, en dat begint met accepteren dat je er doorheen zit. En dat is misschien wel het lastigst, want er is toch immers niks aan de hand?

Janken om niks

De symptomen van een burn-out waren allemaal aanwezig; ongelofelijk moe zijn (ik sliep met gemak 14 uur per dag), een extreem kort lontje hebben, en ontploffen om werkelijk niks, en echt: janken om van alles. Kwam de reclame voorbij van page, je weet wel, met die puppies, ja hoor- daar kwamen die waterlanders weer. Het was duidelijk: ik had hulp nodig. 

Mijn burn-out heeft er voor gezorgd dat ik mijn grenzen heb leren aangeven. En ik zeg veel vaker nee dan voorheen. Uiteindelijk heb ik ontslag genomen bij mijn toenmalige werkgever, want niet alleen ik was veranderd, maar het bedrijf ook. We pasten gewoon niet meer bij elkaar. 

De nieuwe ik

Dankzij de hulp van de psycholoog en de psychosomatisch fysiotherapeut ben ik er enigszins bovenop gekomen, maar de oude ik is er niet meer. Ik ben veranderd. Heb meer van me af leren bijten en heb mijn grenzen voor mezelf afgezet, want één ding weet ik zeker, dit nooit meer. 

Het zwarte schaap 600 400 Toni

Het zwarte schaap

Familie. Ik vind het maar een apart woord. Niet omdat ik mijn familie al in jaren niet meer gezien heb, want dat was een eenzijdige beslissing van hun kant. Lang verhaal, komt er op neer dat er een bewuste keuze is gemaakt om leugens te accepteren en mijn verhaal niet te willen horen, buiten dat de rest van de familie nooit naar mijn kant van het verhaal heeft gevraagd. Hun keuze en niet meer mijn probleem. Ik vind het een apart woord omdat het voor mij een compleet andere betekenis heeft gekregen.

Bloedband

Want wat maakt het woord familie? Een bloedband? Niet in mijn geval. Mijn vader overleed drie jaar geleden, en mijn moeder en de rest van de familie zag ik op de crematie. Ik heb ze sindsdien ook niet meer gezien of gesproken. Niet omdat ik daar niet voor openstond, maar dat was een keuze. Hun keuze. Nu hoeft dat voor mij niet meer. Zij hebben mij niets meer te vertellen en vice versa. Het is goed zo. Ik heb de term ‘Familie’ inmiddels een heel andere betekenis gegeven. 

Familie is iets dat je krijgt, zonder dat je er om gevraagd hebt. Ik kies mijn familie liever zelf uit, dat is voor mij veel waardevoller. Zo voelen bepaalde vrienden van me, veel meer als familie. En daar heb ik dan ook een prima band mee. Ik mag dan nu ook zeggen dat ik overal ter wereld familie heb, en van allerlei afkomsten. Familie uit Turkije, Spanje, Italië, uit voormalig Joegoslavië, en Latijns Amerika. Ik heb zelfs een Surinaamse tweelingbroer, zoals we dat weleens gekscherend noemen. Ze hebben alleen niet allemaal dezelfde achternaam als ik. 

Keuze

Ik heb destijds, noodgedwongen, vlak voor mijn bruiloft een keuze gemaakt. Ik heb voor mezelf gekozen. En daar hoort mijn gezin bij, en mijn schoonouders. Dat is familie. Een keuze die mijn bloedband-familie nooit heeft willen accepteren, maar dat weegt voor mij zwaarder dan een bloedband met mensen, waar ik niets meer mee heb. 

Dat is een keuze die ik heb móeten maken. Móeten maken omdat ik geen zin meer had om verdriet te hebben om mensen die me alleen maar wilden raken. Ik was klaar om dat gevoel te dragen. Ook dat was een keuze. En ik ben maar wat blij dat ik me hebt losgesneden van mensen in wiens ogen ik er sowieso niet echt bij hoorde. Ik voelde me vaak het zwarte schaap, en zo ben ik ook een paar keer te veel genoemd. 

Gelukkig

Ik ben gelukkig zoals het nu is. En laten we eerlijk zijn, dat is het aller- allerbelangrijkste. Liever gelukkig zonder mijn bloedband-familie dan ongelukkig, boos en vaak gefrustreerd met mijn bloedband-familie. Want geluk is iets dat je moet maken en daar horen bepaalde keuzes nu eenmaal bij. 

Mijn naam draag ik met trots, maar daarmee is ook alles gezegd. De familienaam gaat ver terug met allerlei verhalen, die ik me via via heb laten vertellen. Dus ja, die naam betekent iets voor me. Maar net als je een straatnaam hebt waar je woont, zijn veel mensen gewoon passanten. Passanten die me hebben voorbij gelopen. Misschien heb ik ze een knikje gegeven, maar ik heb me na hùn keuze om door te lopen, niet meer omgedraaid.